De bouwvak, van oorsprong hét moment waarop de bouw even tot stilstand komt en iedereen samen vakantie viert. Maar bestaat de bouwvak eigenlijk nog wel? Of wordt er tegenwoordig steeds vaker doorgewerkt. Om dat te ontdekken gingen we in gesprek met een echte ervaringsdeskundige: Leon Lemmens, ruim 51 jaar trouw aan Heijmans en binnenkort met pensioen. Tijd voor vijf vragen over de bouwvak, met een vleugje humor en boordevol trots. 

1. Hoe zag de bouwvak er vroeger uit toen je net begon bij Heijmans?

“Toen ik begon, was ik vijftien en werkte ik als hulpje bij Burgers (Ergon),” vertelt Leon. “De vrijdag voor de bouwvak werd alles netjes opgeruimd. Daarna gingen we nog even naar het café voor een borreltje. Dat was het moment waarop de vakantie begon.” De bouwvak duurde toen drie weken, net als nu, maar het moment waarop je vrij kreeg hing sterk af van het project. “Soms moest je gewoon doorwerken, dan begon je vakantie pas later.” 

2. Wat zijn de grootste veranderingen die je hebt gezien door de jaren heen?

“Het is nu allemaal beter geregeld,” zegt Leon. “Vroeger was het een klein clubje met wie je op stap ging. Nu zijn de bouwvakborrels met veel meer collega’s en krijg je er zelfs eten bij. Dat was vroeger niet zo, toen moest je alles zelf regelen.” Ook de bouwvak zelf is veranderd: “Je had meer vrijheid, maar ook minder duidelijkheid. Nu weet je precies wanneer je vakantie hebt.” 

3. Wat is je meest memorabele bouwvak?

Leon hoeft niet lang na te denken: “Vissen. Dat deed ik vroeger altijd in het water achter mijn huis of in Frankrijk met vrienden. Dan werd de werkbus leeggehaald en vol geladen met de visspullen en gingen we op pad. Heerlijk rustig en gezellig.”
Tegenwoordig blijft hij liever thuis. “Mijn vriendin houdt niet van vakanties ver weg, dus we blijven in de omgeving.” 
Een bouwvak die hem bijbleef was toen Leon een klus had in Roermond, waar het buiten 42 graden was. “We werkten voornamelijk op het dak, maar dat kon gewoon niet meer. Gelukkig was er een hitteplan wat nu nog steeds zo werkt: tot 11 uur werken en daarna naar binnen.”

4. Hoe zorg je ervoor dat je na de bouwvak weer in het werkritme komt?

“Gewoon met een bak koffie en een praatje met de collega’s,” lacht Leon. “Even rustig opstarten, kijken waar je gebleven was en dan het werk weer oppakken.” Soms ligt het werk stil tijdens de bouwvak, soms moet het juist af zijn. “Vroeger had je meer tijd voor een project, nu moet alles strak op tijd klaar zijn. Maar met een goede start op maandag zit je zo weer in het ritme.” 

5. Heb je nog tips voor de jongere generatie bouwvakkers die hun eerste bouwvak ingaan?

“Laat die telefoon eens liggen,” zegt Leon stellig. “Geniet van je vrije tijd, van de rust. En doe rustig aan met de borrels, want anders gaat het mis.” Zijn belangrijkste advies? “Geniet van die drie weken. Laat het werk even los. Je komt vanzelf weer fris en fruitig terug.” 
Als je het aan Leon Lemmens vraagt is de bouwvak nog steeds springlevend, ook na 51 jaar. En één ding is zeker: bij Heijmans vinden we het belangrijk dat collega's in de bouwvak de tijd krijgen om even af te schakelen.